Lucas & Arthur Jussen

Op bezoek bij de jongens van Jussen

donderdag 29 september 2011

de Volkskrant 23 september 2011
door Robert van Gijssel en Guido van Oorschot

Wonderkinderen werden ze genoemd, voor eeuwig een duo op de piano. Lucas en Arthur Jussen praten over de toekomst. ‘Als wij tegen het Concertgebouworkest zouden zeggen: nu even niet, dan zou dat arrogant zijn.’

Het wonderkinderlijke is er inmiddels wel af, bij de gebroeders Jussen. De pianotalenten Lucas (18) en Arthur (14) draaien stoer mee in het klassieke vak. Spelen in de grote zalen, volgend seizoen Mozart met het Concertgebouworkest. Ze wonnen een Edison met hun platina Beethoven-cd en komen vandaag met een nieuwe, tweede album op het grote label Deutsche Grammophon. Een cd met de Impromptus van Schubert; verfijnde en intieme pianowerken.

Toch, ondanks deze verdiende sporen, staan de broers meer dan ooit voor keuzen. Hoe moet het verder, als duo, of ieder voor zich? Wat doen ze met aanvragen voor tv-optredens? Toch maar doen, of nu even een paar jaar met het hoofd in de boeken? Willen ze straks bij het grote concertwerk schouder aan schouder staan met de meesterpianisten, of zoeken ze verdieping in kamermuziek?

We brengen een middag door in het ouderlijk huis van de Jussens in Hilversum, bij een stapel door de interviewers gekozen cd’s. Al luisterend naar muziekfragmenten bespreken de broers hun toekomst, hun niet aflatende liefde voor de muziek, hun muzikale helden zoals de grote Portugese pianiste Maria João Pires, de mentrix van de broers. Maar de broers praten ook over de gevaren van de commercie, de muzikant als bedrijf. Ze maken een gezelschapsspel van de luistersessie: ‘Wacht even, niets zeggen, is dit niet…?’ Bij ieder fragment kijken Arthur en Lucas elkaar diep in de ogen, op zoek naar verstandhouding. ‘Juist, Rachmaninov!’

Op bezoek bij de jongens van Jussen

Tijdens het gesprek trommelt Arthur soms driftig met zijn vingers op de tafelrand, alsof hij nog even droog een pianostuk moet oefenen. Lucas trekt, als het gesprek komt op zijn nabije toekomst, ineens een tikje oververhit zijn trui uit. ‘We krijgen van zo ontzettend veel mensen meningen te horen. Dat is fijn, maar ook lastig. Niemand kan je garanderen dat nu net zíjn mening de juiste is.’

Eerste fragment: Beethoven, Pianotrio in c-klein opus 1 nr. 3, eerste deel (Allegro con brio), Beaux Arts Trio met Menahem Pressler op de piano.
Lucas ‘Een pianotrio. Beethoven. Ja, wacht eens even, het Beaux Arts Trio met Menahem Pressler. Daar ga ik vanaf januari bij studeren, aan de Indiana University in Bloomington. Dat wisten jullie!’
Arthur ‘Ik dacht eerst aan Maria João Pires, maar ik hoorde toch dat zij het niet was. Moeilijk uit te leggen waar ik dat aan hoorde, aan dingetjes die typerend zijn. Hoe ze haar loopjes speelt.’
Lucas ‘Pressler speelt het meer bedacht. Hij weet wanneer het moet moduleren, hoe de structuur van het stuk precies in elkaar zit. Pressler zou kunnen uitleggen waarom hij het zo speelt en Pires zou dat niet kunnen. Die speelt meer vanuit haar gevoel dan vanuit haar verstand.
‘Ik heb school soms gezien als een belemmering, omdat ik daardoor minder kon spelen. Maar ik vond het ook heel fijn. Naast de piano was er nog een ander leven, veel vrienden. Ik ben nu klaar met school en ik wil natuurlijk pianospelen. Dan kan ik blijven studeren bij Pires en ik bewonder haar heel erg, maar dan krijg ik privéles, afgezonderd van iedereen, altijd alleen. Dat is toch zonde als je net 18 bent geworden? Bij Pressler ben ik straks verbonden aan een instituut, woon ik op een campus. Daar kijk ik enorm naar uit.
‘Ik doe nu meer vanuit mezelf dan vijf jaar geleden. Mij hoeft niet meer verteld te worden: deze maat moet zo, en deze zo. Pressler kan beredeneren waarom een stuk zo gespeeld moet worden. Ik heb voorgespeeld, en dat vond hij goed. Hij kon horen dat ik les had gehad van Pires, aan mijn frasering. Hij zei dat ik me niet bewust was van de structuur van een stuk en hij vond mijn techniek soms onlogisch. Als ik de pink van mijn rechterhand niet gebruik, dan staat hij erg omhoog. Doe ik niet bewust, maar het viel hem meteen op. Misschien zal het in mijn muzikale leven toch helpen als ik mijn pink niet meer zo omhoog steek.’
Arthur ‘Voor mij verandert er niet zo veel als Lucas naar Amerika gaat. We gaan natuurlijk wel als duo uit elkaar, maar zo willen we toch niet altijd worden gezien.
Lucas ‘En ik kom geregeld terug, voor concerten. Het is gewoon tijd om weg te gaan, en leuk.’

Tweede fragment: Rachmaninov, Derde pianoconcert, eerste deel (Allegro ma non tanto), Vladimir Ashkenazy, Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink.
Lucas ‘Nou ja! Hebben jullie onze ouders gesproken of zo?’
Arthur ‘We hebben dit stuk nu op cd in de auto liggen!’
Lucas ‘De derde van Rachmaninov. Is het Hélène Grimaud, Loeganski? O, Ashkenazy. Ik ben twee weken geleden begonnen dit te studeren.’
Arthur ‘Als je dit hoort, krijg je gelijk kriebels om er aan te beginnen. Het is natuurlijk het hoogste wat je kunt bereiken als je zo’n stuk met zo’n dirigent überhaupt mag spelen. Als je hieraan begint, hou je jezelf een spiegel voor. Je hoort waarschijnlijk dat je nog wel even hebt te gaan.’
Lucas ‘Dit is groots in alle opzichten; het concert, de pianist, het orkest, de zaal. Het grootst in alles. Maar ik beleef ook plezier aan kamermuziek, of aan het moderne klassieke werk. Als wij over twee weken ons recital van Schubert spelen in het Concertgebouw, dan heeft dat voor mij net zo veel waarde.’

Derde fragment: Mozart, Sonate in Bes-groot KV 333, eerste deel (Allegro), Ronald Brautigam op fortepiano.
Lucas ‘Mozart. Maar het klinkt een beetje als een klavecimbel of zo.’
Arthur ‘Dit is geen normale piano. Dit kan niet.’
Lucas ‘O ja, op de fortepiano dus. Ja, Brautigam doet het allemaal, de grote concerten, het kamerwerk, de fortepiano. Heel knap dat hij zich niet in een bepaalde richting heeft laten duwen. Zoals dat bij ons is gebeurd met dat spelen als duo. Als wij twee keer per jaar samen spelen op tv, zijn we ineens duo. Daarom spelen we op onze nieuwe cd de impromptu’s, ieder afzonderlijk. Je moet oppassen met wat voor beeld je van jezelf creëert.’
Arthur ‘Of ik zo’n fortepiano nu mooi vind? Het klopt natuurlijk dat er geen Steinway was in de tijd waarin deze stukken werden geschreven. Maar ik vraag me dan altijd af: als de componist de keuze had gehad, had hij dan niet ook voor de Steinway gekozen?’

Vierde fragment: Schumann, Pianokwintet opus 44, derde deel (Scherzo), Maria João Pires en vrienden.
Lucas ‘Ook een pianotrio? Een kwintet? Schumann?’
Arthur ‘Wacht even, ik was nog aan het opletten. Pires?’
Lucas ‘Mag ik het eerste deel even horen? O ja, ook weer zo toevallig. In november is Pressler in Nederland voor een masterclass kamermuziek. Ik doe mee, en speel het eerste deel. Ik ga tenslotte bij hem in de leer straks.’

Vijfde fragment: Guus Janssen, Veranderingen voor twee piano’s. Het Pianoduo (Gerard Bouwhuis en Cees van Zeeland)
Arthur ‘Dit zouden we bij onze docent Ton Hartsuiker kunnen spelen.’
Lucas ‘Daar hebben we veel 20ste-eeuwse muziek gespeeld, van Schat, en Pijper. Het is voor twee piano’s? Het lijkt er één. Goed op elkaar afgestemd.’
Arthur ‘Ja, voor dit repertoire kun je ook kiezen, net als Ralph van Raat. Wij proberen het erbij te doen. We zijn zeker niet bang voor deze muziek. Die muziek van Pijper, dat is soms net jazz, net als dit stuk wat we nu horen. Heel lastig om in te studeren, omdat je heel goed moet tellen.’
Lucas: ‘Gelukkig hebben we een vader die paukenist is, die kan ons er altijd bij helpen.’

Zesde fragment: Lu Wencheng, Herfstmaan op het meer, Lang Lang.
Lucas ‘Lang Lang, met zo’n Chinese compositie? Ja? Ik ben in vorm, yes! Mooi gespeeld hoor.
Lang Lang is een bedrijf, een merk. En hij kan dat ook zijn, hij heeft er de uitstraling voor. Ik heb hem de ‘Heroïsche’ Polonaise van Chopin horen spelen in de serie Meesterpianisten, en later hoorde ik datzelfde stuk door Pollini, en een keer van Barenboim. Dit is een zeer virtuoos stuk met een imposant einde. Toch schreeuwt de zaal bij Lang Lang harder dan bij de anderen. Lang Lang eindigt met zijn handen omhoog, zijn hoofd naar achteren gebogen, dat zouden Barenboim of Pollini helemaal niet kúnnen. Iedereen zou zeggen: wat doen ze nou? Of Lang Lang dat stuk nu ook beter speelt, daar mag iedereen zijn mening over hebben.’
Arthur ‘Natuurlijk denken wij ook na over de grenzen van de commercie. Wij zijn nog lang geen merk, daarvoor staan we veel te vroeg in onze carrière. Maar wij merken nu ook wel, bij de release van onze cd, dat dat ding verkocht moet worden. Je moet aan promotie doen en dat is soms ook best leuk. Maar er komen ook aanvragen binnen waarvan we denken: moeten we dit nu wel doen?’
Lucas ‘Je kunt jezelf heel veel schade toebrengen door dingen te doen die niet bij je passen. Ons is bijvoorbeeld gevraagd op te treden bij Ik Hou Van Holland, van Linda de Mol. Hoewel wij er regelmatig met veel plezier naar kijken, kunnen we dat nu beter niet doen.’
Arthur ‘Dan staan we tussen de feestende mensen met onze Schubert. Dat past niet. Wij proberen een beetje onszelf te blijven en daarom zeggen we best veel af.’
Lucas ‘Optredens bij etentjes, of in de zakenwereld. Van mensen die je muziek niet per se kennen of waarderen, maar die jou kennen en je daarom willen hebben. Als je daar vaak op in gaat, kun je jezelf kapot maken.’
Arthur ‘We zijn van sommige stukken uit de documentaire over Janine Jansen best geschrokken, over de druk, de opeenstapeling van optredens, haar overspannenheid. Al werd er volgens ons een beeld geschetst van de platenmaatschappij dat niet klopt met onze beleving. Daar werken geen slechteriken of zo. Maar je kunt Janine niet met ons vergelijken, zij is veel verder in haar carrière. Zij krijgt zo veel aanvragen: om Brahms te spelen hier, en Beethoven daar.’
Lucas ‘Stel: je wordt gevraagd te spelen met de Wiener Philharmoniker, met de New York Philharmonic, bij de Berliner, en nog vijftig van dit soort optredens, dan kun je toch niet zeggen: nou nee, ik wil een weekje rust?’
Arthur ‘Toch krijgen wij ook vaak te horen: pas op. Doe niet alles, ga niet te snel.’
Lucas ‘En zelfs nu we veel afzeggen gaat het nog erg hard. Ik ben nu 18, Arthur wordt volgende week 15. Er is de afgelopen anderhalf jaar meer gebeurd dan in de zes jaar daarvoor.
‘Stel dat Pressler tegen me zou zeggen: nu even geen cd’s meer en geen optredens, dan zou ik dat respecteren. Pires zei ook: je moet nu volledig stoppen en studeren. Maar ik wil mijn eigen beslissingen nemen. De komende jaren is studie prioriteit nummer één. Als we het hoogste willen bereiken, namelijk een grote concertpianist worden zoals Ashkenazy of Pressler, dan is de ervaring die wij nu opdoen met spelen en cd’s opnemen ook wat waard. Er zijn zo veel studenten die die kans niet krijgen, het zou toch al te arrogant zijn als wij tegen het Concertgebouworkest zouden zeggen: nu even niet?’

Zevende fragment: Schubert, Fantasie in C-groot, eerste deel (Andante molto), Alexander Melnikov (piano) en Isabelle Faust (viool).
Lucas ‘Laatste fragment, een knaller graag. Moeilijk. Wat? Schubert? Het is heel anders dan het werk dat wij van hem spelen. Het is geheimzinnig, de sfeer van het stuk is niet meteen duidelijk. Bij onze impromptu’s is na de eerste maten de structuur al helder.’
Arthur ‘Ik heb pas een biografie van Schubert gelezen. Ik las dat hij in zijn leven best ongelukkig was, dat hij altijd maar deed waarvoor hij dacht dat hij geboren was, namelijk componeren. Dat heb ik wel in mijn achterhoofd als ik Schubert speel. Maar volgens mij is die kennis niet essentieel voor hoe je Schubert speelt.’
Lucas ‘Uiteraard is Schubert heel anders dan de Beethoven van onze vorige cd. Beethoven componeerde voor de hoge heren aan het hof en hij wist dat zijn stukken nog eeuwen zouden worden gespeeld. Schubert is heel dromerig. Hij dacht dat zijn stukken nooit de huiskamer zouden verlaten waarin ze waren gecomponeerd. Arthur zegt vaak dat Schubert minder perfect is.’
Arthur ‘Dat moet je niet verkeerd begrijpen hoor. Maar Schubert is zo mooi kwetsbaar.’
Lucas ‘Bij de opnamen voor onze Beethoven-cd was Pires aanwezig. Bij Schubert niet meer, alleen een producer. Het maakte zeker verschil. Toen zij erbij was, werd een bepaalde verantwoordelijkheid bij ons weggenomen. Bij Schubert hebben we geen excuus meer. Maar kom op: we zijn niet compleet gek.’
Arthur ‘We wachten de recensies af. Vinden we wel spannend. Je kunt een keer een minder optreden hebben als je verkouden bent, maar een cd is voor de eeuwigheid. We hoorden vanmorgen van papa dat de eerste recensie binnen was. Vijf sterren. Maar dat is het begin hè.’

Site by Alsjeblaft!