vrijdag 21 oktober 2011
Na Lucas is de beurt aan Arthur in Pianoconcert nr. 23 in A – het is deze avond een schaamteloos smulprogramma met alleen maar Mozart – bij hem is het speelgemak nog een fractie groter maar daarmee ook het risico op oppervlakkigheid, dus per saldo houden ze elkaar aardig in evenwicht. Grappig is ook om te zien dat ze niet alleen sprekend op elkaar lijken maar ook in motoriek en mimiek spiegels van elkaar zijn.
Beide broers beschikken over het vermogen om de muziek te leven te brengen. Dat voel je het duidelijkste in de Praagse Symfonie, als ze niet op het podium zijn. Mooi stuk, keurig gespeeld door dirigent en orkest, mist het de magie van de pianoconcerten.
Als uitsmijter het (vroege) concert voor twee piano’s dat Mozart schreef voor hem en zijn zus Nannerl. Je moet eerstegraads familie zijn om dit goed samen te kunnen spelen, naadloos sluiten de pianopartijen op elkaar aan in dit kostelijke concert. Maar dat zijn ze. Alleen aan de verschillende timbres van beide vleugels kun je horen wie wat speelt. Tot slot nog een quatre-mains waarbij ze schalks van plaats verwisselen en ook Zwolle gaat ‘plat’. De perfecte ambassadeurs voor klassieke muziek.