Lucas & Arthur Jussen

Lucas Jussen soleert als de beste, orkest laat kansen liggen

woensdag 14 maart 2012

De Stentor
door Maarten Mestrom | woensdag 14 maart 2012

Toen de broertjes Jussen aan hun opmars begonnen, was de vraag of het een mediahype zou blijken te zijn, deze twee fris-blondgelokte, sprekend op elkaar lijkende, jeugdige pianowondertjes.

Nu ze ook afzonderlijk optreden – gelukkig met het repertoire waarin ze (voorlopig) het beste zijn – kan die vraag steeds duidelijker ontkennend beantwoord worden. Voor Mozart moet je de ziel van een kind hebben. Onbevangen, onbevreesd en onbekommerd spelen wat er staat, zonder het ego er tussen te zetten. En Mozart spelen kan Lucas Jussen (1993, de oudste van de twee) die dinsdagavond in Apeldoorn bij Het Gelders Orkest soleerde als de beste. Geen holle virtuositeit, geen powerplay, bijna geen pedaal en een helder uitgekristalliseerd pianissimo, waarmee hij zich in de beste pianotraditie voegt.

Lucas Jussen soleert als de beste, orkest laat kansen liggen

Het orkest liet echter kansen liggen in het pianoconcert nr. 20 in d kl. KV 466. Met zijn mineurtoonsoort is het een van meest dramatische pianoconcerten van Mozart. Het orkest, onder leiding van Martin Sieghart, bracht die urgentie en het onderhuids sluimerende noodlot onvoldoende tot leven, zeker in het begin. Wel was de begeleiding van de solist ritmisch zorgvuldig.

Martin Sieghart is het beste in zijn element in Mahlers eerste Symfonie die na de pauze op de lessenaars stond. In dit zo aan Beethoven schatplichtige werk hoor je dat Sieghart een doorwrocht verhaal te vertellen heeft: een langzame opbouw, niets te snel weggeven, veel zorg voor de zachte passages en organische overgangen, die langzaam toewerken naar de apotheose in het laatste deel. Toch was het resultaat dinsdag niet helemaal overtuigend. De concentratie in het orkest liet te wensen over en de klank straalde niet overal. Een (proef)abonnement op de krant?

Site by Alsjeblaft!