donderdag 3 mei 2012
ARTHUR JUSSEN IS HELEMAAL WEG VAN GRIEGS PIANOCONCERT – NET EEN ACHTBAAN – DAT HIJ BIJ ONS KOMT SPELEN
Het jaar waarin Arthur Jussen zijn zestiende verjaardag viert, zal ook het jaar zijn waarin hij – samen met zijn broer Lucas – zijn debuut maakt bij het Concertgebouworkest, op tournee door China gaat én als solist bij ons orkest komt optreden. In 2010 mochten we Lucas begeleiden in het Tweede Pianoconcert van Rachmaninov. Dat was ook al zo’n bijzonder jaar, want toen tekende het virtuoze tweetal een contract bij het Deutsche Grammophon-label van Universal Music. Inmiddels hebben ze twee platina- en goudbekroonde albums opgenomen met sonates van Beethoven en Impromptus van Schubert. In mei komt Arthur het Pianoconcert van Grieg met ons spelen, maar op het moment van dit interview is het pas december. Toch is Arthur is al volop bezig met de voorbereiding. Hij verheugt zich enorm op de repetities en de concerten.
“Ik was heel verrast toen ik hoorde dat ik, net als mijn broer, bij het Noord Nederlands Orkest mocht komen spelen. Geweldig! Maar ik vroeg me natuurlijk gelijk af welk pianoconcert ik dan het beste zou kunnen doen. Zelf had ik het Pianoconcert van Schumann in gedachten, dat was ik namelijk al aan het studeren. Ik heb het aan mijn pianodocent Jan Wijn voorgelegd, maar die zei dat ik voor dat stuk misschien iets te jong was. Hij legde uit dat je intellectueel moet zijn – muzikaal gezien dan, hè – om er echt van te kunnen genieten. Anders zou het wel eens saai kunnen worden. Ik hoop dat ik zo goed heb uitgelegd wat hij bedoelde. Zijn voorstel was Grieg. Dit concert kende ik natuurlijk ook, maar ik had er nog nooit aan gestudeerd. Nu vind ik het één van de allermooiste pianoconcerten. Het fijne is dat het NNO en artistiek manager Marcel Mandos mij de kans hebben gegeven om te spelen waar ik in mijn studie aan toe ben. Bij Lucas was dat in 2010 ook zo. Dat vinden wij een groot voorrecht, want niet elk orkest biedt die ruimte.”
EERST IN DE GRONDVERF, DAN EVEN LATEN ZAKKEN
“Het Pianoconcert van Grieg is gewoon een heel leuk stuk, in de eerste plaats vanwege de virtuositeit ervan. Dat is waar je ’t als pianist voor doet. Daarnaast is het heel afwisselend in sferen en stemmingen. Dan weer bombastisch, dan weer heel intiem. Het is net een achtbaan waar je doorheen raast. Eenvoudig is het niet, maar ik denk dat het op ’t eerste gehoor moeilijker klinkt dan het is. Tenminste, als je het vergelijkt met bijvoorbeeld pianoconcerten van Rachmaninov, Prokofiev of Chopin. Neemt niet weg dat ik al sinds afgelopen zomer met de voorbereiding bezig ben. De lastigste passage voor mij zit aan het eind van het derde deel, waar je een snelle driekwartsmaat krijgt. Ik heb er best lang over gedaan om dat onder de knie te krijgen, maar ik weet zeker dat het gaat lukken. Het is moeilijk te zeggen hoe lang ik gemiddeld bezig ben met de voorbereiding van een dergelijk werk. Dat hangt ook een beetje af van het stuk zelf en hoe het uitkomt qua tijd. Maar het liefst studeer ik eerst een paar maanden op een werk om het alvast in de grondverf te zetten. Dan leg ik het een tijd weg zodat het kan ‘zakken’. En wanneer ik het dan ruim voor het concert weer oppak, zit het er nog goed in en kan ik er met verse ideeën verder aan werken.”
PAS HALVERWEGE MIJN VOORBEREIDING LUISTER IK NAAR ANDEREN
Luister je ter voorbereiding naar andere opnamen? “Niet wanneer ik nog moet beginnen met het instuderen van een werk. Het gevaar is namelijk dat je een andere uitvoering als voorbeeld gaat nemen. Je moet juist op zoek gaan naar wat je er van jezelf in kunt leggen, vind ik. Maar als een stuk er op een gegeven moment redelijk goed in zit, dan ben ik wel benieuwd naar hoe anderen het hebben gespeeld. Van het Pianoconcert van Grieg heb ik de opname door de Roemeense pianist Dinu Lipatti – in Jan Wijn zijn studietijd hét voorbeeld van hoe het gespeeld moest worden – en de live-uitvoering door de Italiaanse pianist Michelangeli gehoord. Twee mooie, maar heel verschillende interpretaties; de Michelangeli-uitvoering knalt echt, dat is een en al vuurwerk. Als ik halverwege mijn eigen voorbereiding zulke uitvoeringen hoor, kunnen ze me nog best op ideeën brengen, maar dan heb ik al wel mijn eigen weg in het werk gevonden.”
JE VOELT DAT HET NOORS IS, ZONDER TE WETEN WAAROM
Vind je het belangrijk om iets over Grieg zelf te weten? “Een beetje. Ik weet dat het een Noorse man is. En bij Noorwegen denk ik gelijk aan landschappen, al ben ik er dan nooit geweest. Dan komt waarschijnlijk door zijn werk Peer Gynt; dat roept bij mij allerlei beelden en sferen op en die herken ik ook in dit Pianoconcert, vooral in het tweede deel. Moeilijk uit te leggen eigenlijk, want het is van die muziek waarvan je voelt dat het Noors is – en niet Russisch of Duits of Frans – zonder precies te weten waarom. Of zulke kennis mij beïnvloedt, weet ik niet. Ik geloof het niet. Van Schubert weet ik bijvoorbeeld dat hij een triest bestaan heeft geleid. Daar ben ik dan best van onder de indruk, maar het heeft verder geen invloed op de manier waarop ik zijn werk speel.”
IK WIL ZOVEEL MOGELIJK NIEUWS ONTDEKKEN
Hoe gaat het met je pianostudie? “Goed hoor. Ik heb les bij Jan Wijn, Ton Hartsuiker en Maria João Pires. Maar op dit moment het meest bij meneer Wijn. Ik ga elke week naar hem toe. Hij is, zeg maar, de stabiele factor in mijn studie. Een fantastische leraar. Meneer Wijn kan mij goed helpen, in de eerste plaats waar het mijn technische vaardigheden betreft. Het is nu heel belangrijk om daar intensief aan te werken. Ik heb eens iemand horen zeggen dat de jaren van je 13e tot je 18e de belangrijkste zijn voor je technische ontwikkeling. Daarnaast weet meneer Wijn precies welke pianowerken goed voor mij zijn. Hij weet waar ik op een gegeven moment aan toe ben en geeft me werken van heel verschillende componisten te bestuderen. Het fijne is bovendien dat hij me alles over die werken kan vertellen. In de lessen bij meneer Hartsuiker gaat het om hedendaags pianorepertoire, zoals van Peter Schat, Willem Pijper en Léon Orthel. Ik wil me niet beperken tot de klassieke meesters, maar juist zoveel mogelijk nieuws ontdekken. Twintigste-eeuwse muziek is inderdaad niet altijd even gemakkelijk en toegankelijk. Maar je moet gewoon de tijd nemen om het te begrijpen, dan leer je het vanzelf waarderen. Tenminste, dat is mijn ervaring. Ik heb al de meest fantastische moderne stukken gespeeld. En ja, wat is eigenlijk modern; de meeste van die componisten zijn al tachtig jaar of langer geleden geboren! Verschil met de muziek van oudere componisten is vaak wel dat het ongelooflijk lastig tellen is. Soms kan ik er geen touw aan vastknopen en dan zit ik er samen met mijn ouders eindeloos op te puzzelen, maat voor maat!”
WEL SPANNEND, MAAR HEEL VEEL ZIN IN
Ben je zenuwachtig voor het concert met het NNO? “Nee, ik heb er juist heel veel zin in. Met een orkest werkt het natuurlijk anders dan wanneer ik met Lucas speel. Wij weten precies wat we van elkaar kunnen verwachten. Een orkest is weliswaar één geheel, maar wel bestaande uit heel veel individuen en die ken ik nog niet. Best spannend, maar ik zie er niet tegenop. We hebben eerst toch repetities? En daarna maar liefst drie optredens. Tijd genoeg om er met elkaar iets moois van te maken.”